Een nieuw hoofdstuk: goannelies.be

Het is hier de laatste weken wat stiller geweest dan ik zou willen. Dat had wel een goede reden. Ik maakte achter de schermen de switch naar mijn eigen .be website. Na 7,5 jaar bloggen, ongeveer 500 berichten en meer dan 1200 foto’s zat mijn gratis opslagruimte van wordpress.com voller dan vol.

Omdat ik niets wil weggooien, besloot toch zelf te investeren in een nieuwe website. Bij deze is er nu dus goannelies.be. Met dezelfde content en een licht andere lay-out (mijn huidig thema was niet meer zo up to date). Ik ben nog bezig met naar manieren te zoeken om zoveel mogelijk mensen automatisch te laten mee volgen naar de andere blog, maar als je niets wil missen kan je best zelf de nieuwe blog beginnen volgen, waarvoor heel veel dank ❤️.

Wat me bezighoudt #4

Het is hier de laatste tijd eerder de onregelmaat die heerst wat bloggen betreft. Dat heeft twee grote redenen. Na twee jaar coronaperikelen met beperkingen in het najaar, kan dit jaar weer alles. Het sociale leven in de week is dus weer helemaal opgestart met twee keer per week een dansles, en ook op het werk zijn er avonden met events. De agenda vult zich hier dus organisch en de avonden dat ik thuis ben plof ik al eens graag in de zetel en dan schiet het bloggen er wat bij in.

De tweede reden is nog simpeler: #projecthuis. We zitten in jaar vijf van vijf en dan is er nog bakken werk. Ik kreeg heel wat clichés naar mijn hoofd gezwierd maar over de topper ‘De laatste 10% duurt even lang als de eerste 90%’ kan ik alvast zeggen dat die klopt. Ook zo schiet het bloggen in de weekends er al eens bij in.

Maar dat is prima. Ik heb nog heel wat inspiratie, ook voor de boekenblog en de historische nieuwsbrief. Maar het is gewoon even niet voor nu. En de volgende weken zullen mijn avonden in ieder geval al wat rustiger zijn en hoop ik meer tijd te krijgen voor zowat alles. Zelfs lezen staat op een lager pitje.

Mijn lijf maakt ook al een aantal weken duidelijk dat het herfst is. Na een coronaprik die me alweer niet helemaal goed is bekomen, kwam de keelontsteking nog eens langs. Als er een ziekte is die ik verzamel dan is het wel de keelonsteking. En deze keer heb ik bijgeleerd dat met een pijnlijke keel naar Simple Plan en Sum41 gaan geen goede combo is. Al heb ik me er toch even niets van aangetrokken. Mijn innerlijk punktienermeisje was helemaal hyped. Mijn volwassen 29-jarige lijf hield zelfs de dag erna nog redelijk stand. Ook toen ik anderhalf uur met drie pubers moest doorbrengen omwille van YOUCA Action Day (vroeger: Zuiddag). Het resultaat van die sessie is dat ik nog steeds geen kinderen wil.

Dat is ook de conclusie die ik neem als ik mijn tijdlijn op sociale media bekijk. Die staat vol met babyfoto’s, zwangerschapsaankondigingen, gender reveal parties… Er is ergens massaal een biologische klok gaan tikken waar ik – in tegenstelling tot een keelonsteking – wel immuun voor ben. En dat is prima zo. Iedereen moet doen waar die gelukkig van wordt. En bij mij is dat op dit moment een avond met een boek in bed. Met een dafalgan in de buurt voor als de keelpijn terug naar boven komt.

En zo heb ik toch maar weer deze post bij elkaar geschreven. Hoe gaat het daar?

Eindeloze zomer

Kan er iemand de zomer terug aanzetten? Ik denk dat trouwe lezers wel weten dat ik geen fan ben van de winter of de herfst. Ik vond de afgelopen zomer dan ook geweldig. Maar op een of andere manier leek ik wel de enige?

Ik heb echt veel mensen horen verlangen naar de herfst en horen klagen over de zomer. En ja, we hebben een aantal dagen van 30+ graden gehad. Maar in mijn ogen niet zo veel vaker dan andere zomers. Er stonden precies van overal herfstmensen op die verlangden naar een deken en een kop koffie of thee.

En naar regen, wind, vroeger donker buiten. Want geef nu toe, de herfst is niet alleen maar pompoenen en dekentjes. De herfst is even vaak met een natte jas en aangedampte bril ergens binnenkomen. En diezelfde herfstmensen geven dan met schroom toe dat ze die regen en wind nu ook niet het leukst vinden aan de herfst -terwijl het net daar toch een beetje om gaat in dit seizoen?

Geef mij dan maar het gevoel van een eindeloze zomer. Bijvoorbeeld op 1 juni. De belofte die in de lucht hangt van mooi weer, lange avonden met veel licht, vakantiedagen in het vooruitzicht. Er bestaat toch geen mooier uitgangspunt?

En lieve herfstmensen, jullie mogen er zeker zijn. Geniet van dat deken en die koppen thee. Maar laat mij als zomermens nu ook even met weemoed door het raam kijken. Mij opnieuw in die jeansbroek wringend en op zoek gaand naar een sjaal. Met altijd een zakdoek bij de hand voor de allereerste verkoudheid van het seizoen.

It’s me, not you. Maar geef mij aub snel terug een eindeloze zomer.

P.s. 1 Ik ga de komende dagen eens werk maken van een herfstlijstje met leuke dingen die ik kan/wil doen om de donkere dagen te counteren.

P.s. 2 En nee, begin me niet over kerstmis. Het is zo al erg genoeg ;).

Perfect

Zet 9 vrouwen met verschillende levens een paar uur bij elkaar aan tafel en je krijgt boeiende gesprekken. Over koetjes en kalfjes. Over grote en kleine dingen. Over verdriet en geluk. Je krijgt ook een zicht op hoe vrouwen naar de maatschappelijke waarden kijken.

Eén iemand uit de groep kondigde aan dat ze in verwachting was. En na heel wat gemeende gelukswensen, viel dat ene woord dat alles zegt over hoe wij naar een ideaalbeeld kijken. ‘Perfect’. De vrouw in kwestie is namelijk drie jaar geleden gaan samenwonen, twee jaar geleden getrouwd, heeft een ongeveer een jaar een huisdier in huis en nu komt dat eerste kindje eraan.

Aan tafel vallen de woorden: ‘Dat is echt het perfecte plaatje’. De ontvanger glundert, de rest van de tafel knikt of zwijgt. Er is iemand bij die net uit een zware burn-out komt, een ander meisje leert terug alleen te zijn na een relatie van jaren. Stuk voor stuk even sterke moedige verhalen. Maar dat woordje ‘perfect’ dat is nog altijd voorbehouden voor huisje, tuintje, kindje.

Het is pas achteraf toen ik erover na praatte met een vriendin dat ik besefte hoe hard dat ideaalbeeld nog speelt in onze levens. En hoe fout het is dat we een zwangerschap van een gelukkig koppel als ‘perfect’ beschouwen en andere levenssituaties niet.

Als iemand die zelf geen kinderen wil kijk ik namelijk helemaal niet zo op naar een ‘perfect’ leventje. Voor mij hoeft dat niet en ik heb daar vrede mee. En ik vind het ook helemaal prima als je wel graag voor huisje, tuintje, kindje gaat. Als dat jouw persoonlijke keuze is en jij daar gelukkig van wordt, moet je dat vooral doen. Het probleem zit hem in het maatschappelijke ideaal.

Het is een beetje zoals de juf uit de lagere school die vroeger niet alleen een cijfer zette op een toets, maar ook een woord. 10/10, dan stond er ‘Perfect’. Een 9? ‘Bravo!’. Een 8 kreeg ‘Zeer goed’. Een 7 of minder? Dan mocht je al blij zijn dat er ‘Goed’ stond. Alsof dat cijfer nog niet genoeg de verschillen tussen leerlingen aantoonde. Er moest nog een waardeoordeel aan gehangen worden ook.

Ben je terug aan het werk na een moeilijke periode? Of ben je single en daarmee best gelukkig? Dat is amper een 7, oftewel ‘goed’ ‘waard. De tienen van de maatschappij worden voorbehouden voor de ‘gelukkige gezinnetjes’.

Er is zoveel mis met het woord perfect. Er is geen enkele context waarin ergens ‘perfect’ opplakken er niet voor zorgt dat iets of iemand anders als minder wordt beschouwd. Je maakt altijd een onderscheid dat het ene beloont en het andere afstraft.

Ik zou graag een petitie starten om het woord perfect uit ons woordenboek te schrappen. Want geef nu toe, wie wil er nu echt graag perfect zijn?

Wat me bezighoudt #3

Soms is de beste manier om weer een beetje aan het schrijven te raken gewoon om te beginnen met het nu te beschrijven. Dus vandaag even het klassieke format van een allegaartje van dingen. Dit is wat ik de afgelopen weken heb gedaan.

Geademd
Ik heb een aantal heel vermoeiende weken (maanden zelfs?) achter de rug, maar sinds juli is de storm precies wat gaan liggen. Mijn hoofd is veel rustiger en ik begin terug ademruimte te krijgen voor heel wat dingen. De zomer is mijn favoriete seizoen en ik kan met stip zeggen dat het goede weer dat we al een hele tijd hebben mij er echt heeft doorgesleurd dit voorjaar.

Geboekt
Die ademruimte heeft er ook voor gezorgd dat we met veel goesting een vakantie hebben gepland midden augustus. We trekken voor 5 nachten naar Bilbao. Waar? Wel, Baskenland. Spanje dus. In het noorden. De bedoeling is om Bilbao als uitgangsbasis te nemen, maar ook eens naar San Sebastian en de Baskische kust te gaan. Het voordeel aan laat boeken is dat ik al binnen minder dan een maand vertrek en daar heb ik zoveel zin in.

Gelezen
Gek genoeg heb ik niet het gevoel dat ik heel veel gelezen heb. Maar ik sta toch maar mooi 6 boeken voor op schema en lees heel wat goede boeken uit. Ik heb nog niet echt de flow gevonden om in de tuin in de zon te lezen, maar ik maak er wel elke dag bewust een uurtje tijd voor.

Getest, maar negatief
Nadat het lief in Londen een portie corona bij had als souvenir (of dat denken we toch), testte ik negatief. Wanneer ik dan twee weken later voor het eerst in twee jaar tijd eens echt symptomen had, testte ik opnieuw negatief. En na twee dagen keelontsteking voelde ik me opnieuw prima. Ik ben ervan overtuigd dat ik nog wel eens aan de beurt ga komen, en waarschijnlijk op een ontzettend ongewenst moment.

Geverfd, maar toch vooral geplamuurd en geschuurd
Aan al die mensen die mij de laatste maanden toefluisteren dat verven toch één van de leukste dingen is aan verbouwen, want je bent aan het afwerken… Wel, jullie mogen het hebben. Ik heb ontdekt dat ik een bloedhekel heb aan schuren en plamuren én aan stressen over het feit of de verf nu goed gelukt is op deze muur of we toch nog wat meer hadden moeten uitstrijken.

‘Nog niet’ geantwoord op de vraag wanneer ik ga verhuizen
Want ja, we zien wel. We zijn dan wel aan de afwerking begonnen, maar zo zonder elektriciteit en water is het nog niet echt bewoonbaar.

Geluisterd
Naar de nieuwe single ‘irrelevant‘ van P!nk die niet geheel ontoevallig over vrouwenrechten gaat. Ik luister al 20 jaar naar haar muziek en ik groei precies echt mee met haar liedjes. Of is het haar muziek die meegroeit met mij (ook al is P!nk zelf nog wel heel wat ouder)? Girls just wanna have rights.

Et voila, hoog tijd om wat van de zon te gaan genieten nu :).

Hoe gaat het met jou?


Iets

Ik hoef niet op de wei van Werchter te staan. Of in wachtrij van de luchthaven. Ik hoef niet al verhuisd te zijn. Of op vakantie. Ik hoef geen afgewogen ontbijt met havermout en vers fruit klaar te hebben. Of zelf ijs te bereiden, zonder suiker. Ik hoef zelfs de afgebladderde nagellak niet van mijn tenen te verwijderen. Of me druk te maken om hoe mijn haar vandaag weer valt. Met hier en daar nog witte verf erin als herinnering aan het werk van gisteren.

Ik hoef niet elke dag hyperproductief te zijn op het werk. Of op alles een antwoord te hebben. Ik mag klagen over de regen. En over de hitte. Ik kan me zorgen maken om de coronacijfers. Of me daar voor een keer eens niets van aantrekken. Ik hoef mijn emoties niet weg te stoppen. Maar ik moet er ook niet naar luisteren.

Het is zomer. En hoewel ik geen hyperinstagramwaardige plannen heb, kan het voor eerst in twee jaar weer gewoon zomer zijn. Met lange zomeravonden. Waarin ik buiten lig met een boek. Of toch binnen zit een serie te kijken omdat ik daar zin in heb. Alles kan. Alles mag.

De zomer ligt nog open. En ergens verontrust me dat. En ergens heb ik er heel veel zin in. Dat dubbele gevoel ervaar ik al een aantal weken ondertussen. Tranen. Een glimlach. Allemaal te samen en soms geen van beiden. Alsof ik me voortdurend in het Twilight uur van de dag bevind.

Ik deel graag nog een bijpassende quote van Matt Haig:

Iets

Je hoeft niet altijd iets te doen
of iets te bereiken.
Je hoeft in je vrije tijd niet productief te zijn.
Je hoeft niet aan tai chi te doen,
te doe-het-zelven of brood te bakken.

Soms kun je gewoon zijn, voelen,
je erdoorheen slaan,
chips eten en overleven,
en is dat al meer dan genoeg.

– Uit ‘Het Troostboek’ van Matt Haig

Lelijkheid

Soms valt het moeilijk te ontkennen. De wereld kan best lelijk zijn. Wanneer er weer maar eens iemand een geweer heeft genomen om onschuldigen af te knallen. Wanneer conservatieve mannen willen beslissen wat vrouwen met hun lichaam wel of niet mogen doen. Wanneer je beseft dat het niet eens zo ver van huis oorlog is. En ver van huis trouwens ook.

Dat is de dagelijkse lelijkheid van de wereld die via de media bij ons binnenkomt en waar we waarschijnlijk zelfs al een beetje gewoon aan zijn geraakt. Maar soms valt de lelijkheid dichter rondom me plots op. Wanneer mensen ziek blijken te zijn. Heel ziek. Jonge mensen. Wanneer ouders vreselijk nieuws krijgen over een van hun (ongeboren) kinderen. Wanneer kinderen zich sterk moeten houden voor hun ouders.

Soms is het allemaal zo oneerlijk. En overvalt al dat naars me. Het laat me achter met een klomp in mijn maag. Ik voel me leeggezogen. De onmacht raast door mijn lijf. Mijn hoofd probeert te relativeren en slaagt daar nauwelijks in. Ik maak me zorgen. Om al die mensen rondom me.

En als vanzelf worden mijn eigen zorgen groter. De negatieve spiraal van gedachten zet zich vast om mijn leven. Als een spin die haar web weeft en ik ben de vlieg die verstrikt raakt en geen uitweg meer ziet.

En dan, wanneer ik gevangen zit in mijn gedachten, komt het schuldgevoel voor me staan. Waarom zou ik me zorgen maken? Wat heb ik te klagen? Kijk naar die anderen. Die hebben het zoveel erger dan mij. En zo herhaalt het patroon zich. Een trieste boodschap. Zorgen. Schuldgevoel.

Dat klinkt nu allemaal heel negatief, maar ik denk dat wat ik beschrijf wel een herkenbaar gevoel, of patroon, zal zijn voor velen. Natuurlijk zijn er ook lichtpuntjes en veel goede momenten. De wereld kan heel mooi zijn. Maar ook de wereld heeft twee kanten. En soms heb je meer zicht op de kant die je liever niet zou zien.

Op weg

Soms wanneer mijn hoofd overvol zit, wil ik gewoon de auto instappen en gaan rijden. Met de muziek op. Rijden langs glooiende landschappen, mensen die in hun voortuin werken, gezinnen op de fiets passerend, iemand die zijn hond uitlaat… Je ziet de wereld letterlijk voorbij draven aan een tempo dat je zelf kiest.

Rijden heeft iets therapeutisch. En ik kan zelf niet verklaren hoe dat komt. Het is niet zo intensief voor je brein dat je niets anders kan doen. Je kan het makkelijk combineren met muziek, een podcast of een goed gesprek. Maar het rijden op zich neemt wel alvast je onbewuste brein in beslag. Want je bent natuurlijk wel aan het rijden. Op een of andere manier kan ik wel nadenken in de auto, maar pieker ik er minder. Terwijl thuis nadenken al snel in piekeren overgaat.

Zo gebeurt het dat soms voor mij de weg ergens naartoe belangrijker is dan de bestemming. En voor we in van die Pinteresttegels vervallen. Ik bedoel daarmee dat ik soms de auto in stap om iets niet zo belangrijk te gaan halen in een of andere winkel, gewoon om even die knop in de auto te kunnen omdraaien. Het is een soort van vangnet tegen piekeren.

Misschien is het ook wel net dit dat ik wat gemist heb tegen corona. Want er was vaak geen bestemming en dus ook geen weg ergens naartoe. Ik was altijd thuis en de piekergedachten floreerden. Waarschijnlijk is het vergelijkbaar met het pendelidee van en naar het werk. Waar heel veel mensen het gevoel van hebben dat het zorgt voor een soort van afsluiting van de werkdag. Onlangs zat ik in een opleiding waar werd gezegd dat dit een spier is die je kan trainen. Om in een paar seconden die knop om te draaien en niet per se nood te hebben aan de overgangstijd.

Ik zou met plezier ontdekken waar die spier zich bevindt en hoe ik die kan trainen. Maar zolang dat niet het geval is, stap ik soms bewust in de auto om een ommetje te maken. Of duw ik dat gaspedaal wat minder hard in om langer onderweg te zijn. Misschien niet heel goedkoop momenteel met de dure brandstofprijzen, maar wel effectief.

Rijd jij graag met de auto?

7 jaar bloggen

Onlangs kreeg ik van WordPress een herinnering dat ik 7 jaar geleden mijn account aanmaakte. Het duurde nog enkele weken voor er iets online kwam, maar ondertussen bestaat dit digitale plekje 7 jaar. Nadat ik jaren vooral blogs van anderen las zonder ooit zelf te reageren.

Toen ik deze blog startte zat ik in mijn masterjaar op de universiteit en was ik begin twintig, ondertussen ben ik al een hele tijd aan het werk, een huis aan het bouwen, heb ik een coronapandemie overleefd en komt die 30 in zicht. Al heb ik nog even voor we daar zijn ;). Dit online ‘dagboek’ reflecteert goed de weg die ik de afgelopen jaren heb afgelegd. Met ups en downs.

Tegelijk voel ik ook wel dat ik de laatste twee jaar iets minder de nood voel om alles van me af te schrijven of te delen. Ik vermoed doordat mijn leven momenteel wat meer in een soort van vaste plooi ligt. Tijdens mijn zogenaamde ‘quarter life’ speelde er soms zoveel dat bloggen een soort houvast was om mijn emoties en gedachten te ordenen. Dat is nog steeds soms zo, maar veel minder. Eens ik begin met schrijven rollen de woorden nog steeds uit mijn toetsenbord. Zoals nu. Eén kleine notificatie triggert meteen een hele hoop gedachten. Ik ben best trots op wat hier de afgelopen jaren is verschenen, al zijn er zeker ook posts die ik liever niet opnieuw lees. En als ik dat wel doe, ontdek ik soms genante spel- of typfouten. Maar ook dat heeft zijn charme.

Het voelt juist om te zeggen dat mijn schrijfsels me met momenten hebben geholpen om mezelf beter te leren kennen. Door zaken op te schrijven zie je ze onder ogen. Ze worden echt en gedeeld met anderen. Ik heb daar op mijn manier heel veel aan gehad.

Ik weet niet voor deze blogreis mij de komende tijd of jaren nog zal brengen. Misschien begin ik net meer te vertellen, of minder. Maar met dit berichtje wou ik nog eens even stilstaan bij de afgelopen jaren en jullie bedanken om hier te komen meelezen of te reageren. 7 goede jaren en dan 7 slechte? Daar geloof ik niet in ;).

Hoe lang blog jij al?

Over mijn directe inborst

Het is een jaarlijkse wederkerend fenomeen op het werk. Collega’s die elkaar feedback mogen geven. En feedback is belangrijk want je kan er veel uit leren. Zowel uit de positieve commentaren als de werkpunten die worden ingevuld. Dit jaar heb ik in de aanloop naar mijn jaarlijks gesprek eens niet actief naar feedback gevraagd, om te kijken wie het vanuit zichzelf zou invullen en wie niet. En vooral om te vermijden dat het alweer zou neerkomen op dat ene zelfde punt: ‘Je kan nogal direct uit de hoek komen’. Uiteindelijk is die feedback toch ingevuld geweest, de aard van het beestje zeker :).

Ik heb al wel vaker hier gezegd dat ik best een direct en kritisch persoon ben. In mijn privéleven uit zich dat vooral in mijn eigen perfectionisme. Ik ben niet snel tevreden en spreek dat ook uit. Op het werk zal ik ook strenger zijn voor collega’s daardoor. Ik vergeet al eens de smileys in mijn chatberichten en zal de dingen zeggen zoals ik ze denk. Zeker wanneer ik gehaast of moe ben, kom ik daardoor botter over dan ik het bedoel.

Collega’s die al lang met mij samenwerken weten dit en hebben ook door dat ik het nooit slecht bedoel. Ik ben zelden boos op iemand. Ik wil het gewoon goed doen. Collega’s die nieuw beginnen zien dat echter soms anders. Ik zeg tegen elke nieuwe collega waarmee ik vaker zal samenwerken dat ik direct kan zijn en dat zeker nooit boos bedoel. En dat ze me altijd mogen aanspreken daarop. Ik dek me als het ware op voorhand al wat in. Maar toch blijf ik zo overkomen. Ook deze keer.

Waarop mijn zaakvoerder vroeg of ik dan niets met mijn feedback ging doen dit jaar? Ik kaatste de vraag terug en vroeg hem of ik na 6 jaar samenwerken volgens hem een bot en boos persoon ben. ‘Neen, Annelies, absoluut niet, jouw kritische inborst is net een kracht’.

Want wat me ook opvalt, na een aantal jaren feedback ontvangen, is dat de collega’s die dat in hun eerste jaar opschrijven, vaak de tweede keer opschrijven dat ze blij zijn met mijn kritische geest en dat ik die ten goede aanwendt om tot een beter resultaat te komen. Na twee jaar samenwerken hebben de meesten dus wel door dat ik direct en kritisch ben, maar dat dat niet per se een negatieve eigenschap is. Het is dus hun perceptie in het begin die ervoor zorgt dat direct zijn voor mij een werkpuntje wordt omdat zij zich wat aangevallen zouden kunnen voelen.

Dus dan zijn er twee pistes. Ik probeer ofwel op die perceptie te werken. Maar als ik wil dat andere mensen niet het gevoel krijgen dat ik direct ben, dan moet ik minder direct gaan doen (wat mijn default persoonlijkheid is) en moet ik mij dus bewust anders gaan opstellen/gaan gedragen. Dat is niet gemakkelijk, en vooral ook niet vol te houden. Ooit ga ik wel eens in mijn default modus reageren en alsnog de feedback krijgen dat mijn reactie te direct was.

De andere optie is om te blijven zijn wie ik ben. En te blijven vertellen dat ik het nooit zo bedoel. En mijn directheid in te zetten voor het goede zodat elke collega doorkrijgt dat dit helemaal niet slecht bedoeld is. Perceptie is bijna nooit te controleren en als über controlefreak is het voor mij net belangrijk dat los te laten.

Ik ben dus helemaal niet van plan om mijn feedback naast me neer te leggen. Ik ben me ervan bewust hoe ik overkom en wil daar zeker op letten. Maar ik ga me niet anders voordoen dan ik ben. Mijn directe inborst is heel lang een persoonlijkheidseigenschap geweest die ik liever zou willen veranderen. Maar ik weet niet of ik dat nu nog altijd zo zie. Oprechtheid is misschien wel een belangrijkere waarde dan een allemansvriend zijn voor mij.

Ben jij direct van aard of net niet? Heb je een persoonlijkheidskenmerk dat je liever zou willen veranderen?